Cliënten, zorgmedewerkers en medewerkers van de Zorgcentrale. Allemaal zijn ze overwegend positief over de nieuwe methode van alarmopvolging die Laurens afgelopen mei testte. De Rotterdamse zorgorganisatie voerde de Proof of Concept (PoC) uit in nauwe samenwerking met Eurocom Group. Laurens denkt nu na over opschaling. Ook andere organisaties hebben interesse.
Afgelopen mei schreven we al over de PoC bij Laurens. Daarin kon u lezen over de huidige alarmafhandeling in de wijk. En dat die werkwijze omslachtig en tijdrovend kan zijn. Dat geldt voor het hele proces van alarmmelding vanuit de Zorgcentrale naar de teams tot en met de toegang tot de woning van de zorgvrager. Gebeurt dit inefficiënt, dan gaat dat ten koste van de kwaliteit van zorg. En misschien zelfs van de mogelijkheid voor mensen om zelfstandig te wonen. Daarom moet dit proces slimmer en beter, vindt Laurens. De organisatie heeft in Rotterdam maar liefst 90 thuiszorgteams.
Bij de test waren 6 cliënten, 8 verpleegkundigen en 2 medewerkers van de Zorgcentrale betrokken. Voor de test werden de sloten van de deelnemende cliënten vervangen door elektronische sloten.
Positieve ervaring met de alarmopvolging
Eurocom Group beproeft in totaal 19 soorten meldingen. Twee medewerkers van de Zorgcentrale handelen de meldingen af. Ze sturen de triage-informatie digitaal, inclusief de cliëntinformatie, door naar alle leden van het dienstdoende Laurens-team. De medewerker die in staat is het alarm op te volgen, accepteert de melding. Dat gaat goed; de teamleden nemen hun verantwoordelijkheid. De alarmmeldingen zijn duidelijk. Er is geen twijfel meer over de inhoud van de melding. En er kunnen geen fouten meer worden gemaakt in de informatieoverdracht. Laurens kan de alarmopvolging helemaal volgen van het moment dat de melding wordt gemaakt totdat deze wordt afgehandeld en de deur van de cliënt weer wordt gesloten.
Ze vinden het prettig om alle informatie over het alarm op het scherm te zien en om te zien welke collega het alarm opvolgt. De verpleegkundigen krijgen met een app toegang tot de woning van de cliënt. Ze vinden het fijn dat ze geen sleutel meer hoeven te halen, terug te brengen en te beheren. Ook zijn ze blij met de tijdsbesparing. Het gaat om een tijdbesparing van 5 tot 30 minuten per medewerker bij de start van de oproep. Dit is nog exclusief de tijdsbesparing doordat de verpleegkundige na een alarmoproep rechtstreeks naar de cliënt kan reizen.
Escalatie naar ander team
De medewerkers van de Zorgcentrale vinden het fijn de melding digitaal te kunnen doorsturen, want daardoor kunnen ze een melding veel sneller doorgeven. Zeker ’s nachts kost dit anders best even tijd. Hiervoor is het belangrijk dat Eurocom Group een schaalbare oplossing bedenkt voor het doorzetten van de alarmmelding inclusief de triage-informatie. Een ander belangrijk technisch aandachtspunt is de doorschakeling van de melding van het ene naar het andere team. Tijdens de PoC gaat hierbij de triage-informatie over de cliënt verloren. Die informatie is natuurlijk cruciaal om in te schatten wat de situatie bij de cliënt is en hoe opvolging moet worden ingezet.
Positieve ervaringen met het elektronische slot
De verwachting was dat cliënten erg moesten wennen aan het elektronische slot. Die vrees bleek ongegrond. De cliënten kunnen goed omgaan met hun nieuwe slot. Dat komt mede omdat het slot hetzelfde werkt als het huidige slot. Het slot kan van de buitenkant gewoon met een sleutel worden geopend. Zo nodig kan de afstandsbediening worden gebruikt. Het openen van de deuren met de toegangs-app gaat over het algemeen ook goed. De technische onvolkomenheden die naar voren kwamen, zijn te verhelpen door ook te testen met CQ-Mobile, de centrale app van Eurocom Group.
De basis staat
Al met al spreekt Leo Groeneweg, adviseur concern bij Laurens, van een positief resultaat. “Natuurlijk is er nog werk aan de winkel: technisch, organisatorisch en communicatief. Maar we zijn blij dat er nu een basis ligt om het door Laurens gewenste proces technisch te ondersteunen. Daarmee zijn we in staat om efficiënter te organiseren en tegelijkertijd ketenkwaliteit en snelheid van opvolging sterk te verbeteren.”